20 februari 2021 | KvdN Beweegt
Bidden = Blijven in Gods Aanwezigheid
“Ik ben er nog”, zegt Youp van ‘t Hek aan het eind van zijn oudejaarsconference. Soms kan ik zomaar zo opstaan, wakker worden en beseffen dat je er weer bent…. Van mijn Joodse kennis, de vrouw van de rabbijn, leerde ik weer hoe goed het is om op te staan met dat joodse ochtendgebed: “Ik dank U, levende eeuwige Koning dat Ge in ontferming mijn ziel weer in mij hebt doen terugkeren, Uw trouw is zo groot.” Het is nooit vanzelfsprekend dat je weer wakker wordt, toch?
Een dagelijks ritueel, het lezen van de krant op de iPad. Maar vaak raakt al vroeg op de dag het nieuws me zodanig, dat ik blij ben dat ik de gewoonte heb om aansluitend de Keltische-gebeden-site te lezen. Elke morgen de herhaling van Psalm 27: 4: “Ik vraag aan de HEER één ding, het enige wat ik verlang: wonen in het huis van de HEER, alle dagen van mijn leven, om de liefde van de HEER te aanschouwen, hem te ontmoeten in zijn tempel.” Het brengt gelijk de dag in perspectief.
Ooit las ik over broeder Laurentius. Een monnik uit de 17e eeuw. Hij vertelde hoeveel moeite hij had met de stilte in de kapel, voelde zich schuldig over tekortschieten in gebed. Tot hij ontdekte dat hij aan het aanrecht bij de afwas, in de tuin bij het oogsten, in de keuken bij het koken een continu gesprek voerde met zijn Schepper. Zo voel ik me, als ik achter mijn mail kruip, bij de gewone dingen die moeten gebeuren en dat alles eigenlijk nooit zonder besef van Gods Tegenwoordigheid.
Stap ik op mijn fiets dan begint mijn hoofd automatisch stilletjes te zingen, dat is twee keer bidden heb ik ooit gehoord. En zo midden door de stad zie ik van alles, die ene zwerver die dwaalt, die vele ouders met haast, die hangplek voor ouderen bij de Eem…. en altijd zwaai ik naar die ene meneer in een studeerwoonkamer vlak langs het fietspad. Het doet me denken aan een zin uit het boekje ‘Gracias’ van Henri Nouwen: ‘Als God op ons neerziet, wat ziet Hij dan? Hij ziet zijn zoon Jezus in het gezicht van het handjevol mensen dat blijft roepen vanuit dit tranendal.’
Ik vervolg mijn weg naar een Huiskamer in de kerk, ik steek een kaars aan als een stil gebed dat de vergadering of het gesprek in Gods Licht mag staan. En ik hoop maar dat ik in dat komend uur de wijsheid en rust heb luisterend te bidden, je kunt je op die manier ‘aangelijnd’ weten met God, die woorden, beelden, gedachten en wijsheden met je wil delen.
Vergeet niet te lunchen, is wel een waarschuwing voor mij. Maar nooit vergeet ik dat broodje even aan te kijken, het komt ergens vandaan, ik ben er blij mee, ik dank God voor het eten.
En dankbaar ben ik al helemaal als ik weer op het fietsje door de natuur en de stad naar huis toe mag, wat is de wereld mooi, wat zijn we rijk…. en tegelijkertijd, wat is er veel gebrokenheid! Heer ontferm U, is zo vaak mijn schreeuwgebed.
En vaak later op de avond, terwijl ik zou moeten ontspannen op de bank, gaat het gebed pas echt goed draaien. De gemeente weet het wel; deze pastor is een breiende bidder, bewegend en best vaak zonder woorden breng ik namen, situaties, lessen, fouten, ideeën, preken, familie en vrienden bij de God die alles al weet. Bidden is voor mij blijven in Gods Aanwezigheid.
‘Het is zo belangrijk dat we bidden: in gebed worden we ons ervan bewust dat God in ons leeft. Deze God die ons in staat stelt om God in anderen te herkennen. Hebben we God eenmaal ontmoet in de stille intimiteit van het gebed, dan zullen we hem tegenkomen op de campo, de markt, het stadsplein’, zegt Nouwen.
Ik word daar regelmatig van binnen heel stil van!
Gerrie Huizenga